Waarom Nederland minder geëmancipeerd is dan dat wij denken…
We zijn er trots op, om in een land te wonen waarin de emancipatie van de vrouw gemeengoed is geworden. Althans, zo doen we het graag voorkomen. Toch denk ik dat we onze gedachten eens zouden moeten bijstellen. Ik leg je graag uit waarom Waarom Nederland minder geëmancipeerd is dan dat wij denken.
“Meisjesnaam”
Laten we beginnen bij zoiets simpels als de term meisjesnaam. Wat mij betreft is dit een term die ten grave gedragen mag worden, net zoals het verschrikkelijke woord papadag. De reden: een meisjesnaam is verbonden aan een periode voordat de vrouw in het huwelijk trad. Omdat veel vrouwen in Nederland automatisch de naam van de man aannemen, wordt deze term gebruikt voor de achternaam die de vrouw bij de geboorte kreeg. Een beter alternatief zou daarom zijn geboortenaam.
Waarom verzet ik mij hiertegen? Het gaat om een achterliggende gedachte. Eeuwenlang heeft de vrouw automatisch de naam aangenomen van de man, wanneer men trouwde. Er is geen geschreven regel, die verplicht dit te doen. Toch doen we dit. Vrouwen geven hiermee een stukje zelfstandigheid op. Ja, men trouwt uit liefde en daarom neemt men de naam aan. Waarom kan het dan niet omgekeerd zo zijn? Is de wetgeving hierop niet ingericht? Mag dit niet? Zeker wel! Het is alleen niet iets dat beschouwd wordt als vanzelfsprekend. Net zo goed als dat na het trouwen de achternaam van de vrouw ongewijzigd blijft of dat ze zijn naam erachter plaatst.
Mijn wederhelft deed het. In de eerste plaats omdat ze van mening was (en is) dat de naam die ze kreeg bij haar geboorte er een was ‘van haar.’ Waarom zou zij die op moeten geven? Om de liefde? Liefde is meer dan een naam, zelfs nadat je getrouwd bent.
Kan het dan niet omgekeerd?
Het antwoord dat ik kreeg van de dame van de burgerlijke stand was simpel: “Ja, dit is mogelijk… maar…” Die maar, die is belangrijk. Daarmee kom ik meteen uit op een struikelblok waarmee mijn wederhelft te maken heeft. De computersystemen zijn niet ingericht op dit soort uitzonderingen (helaas uitzonderingen). Zo voert mijn echtgenote haar naam als eerste en heeft zij mijn achternaam achter die van haar geplaatst. De computersystemen gaan ervan uit dat haar meisjesnaam dus mijn achternaam moet zijn. Aangezien we tegenwoordig niet goed meer (willen) lezen en ons vertrouwen stellen in wat we op een computerscherm zien, is haar aanspreektitel ineens mijn achternaam. Wanneer we het zouden omkeren, dus wanneer ik hetzelfde zou doen als wat zij gedaan heeft, dan wordt de situatie nog krankzinniger. Dan zou ik ineens een dame zijn, want mannen met aangenomen of dubbele namen … dat kan niet. Het kan wel, maar men ziet niet dat het mogelijk is.
Tenzij de naam waarmee je als vrouw bent geboren om goede redenen af wilt staan, zie ik geen reden waarom je automatisch “zijn” achternaam aan zou moeten nemen. Nogmaals, het heeft weinig te maken met liefde. Liefde gaat verder dan een naam. Toch denken we voor een groot gedeelte er anders over. Dit houdt dus in dat we op dit punt minder geëmancipeerd denken dan dat we daadwerkelijk zijn.
Vrouwelijke premier
De juiste persoon, op de juiste plaats. Een goed uitgangspunt. Alleen krijg ik geen antwoord op de vraag waarom dit altijd een man moet zijn. Zeker als het om de politiek gaat, is er veel te veranderen. Nee, het is niet de bedoeling dat er automatisch vrouwen op kieslijsten verschijnen, omdat ze vrouw zijn. Het gaat nog steeds om de juiste persoon. Alleen zijn de vrouwelijke lijstrekkers spaarzaam. Ook de vrouwelijke premiers in deze wereld zijn spaarzaam. In Nederland is het nooit voorgekomen dat een vrouw de leiding kreeg over het land. Er worden allerlei redenen aangevoerd, die gemakkelijk onderuit zijn te halen. Zo zouden vrouwen andere prioriteiten hebben. Een ervan is het samenstellen van een gezin. Onzin natuurlijk. Kijk maar eens naar het nieuws over de premier van Nieuw-Zeeland. Jacinda Ardern. Zij is overigens zeker niet de enige. Kijk maar eens naar dit lijstje (Wikipedia).
Vraag je het mij, dan is het misschien juist wel eens tijd voor iets anders. Immers, hebben “wij” mannen niet eeuwenlang de dienst uitgemaakt? En zijn hieruit alleen maar goede dingen voortgekomen? Geef een eerlijk antwoord…
Opvallend genoeg: de Nederlandse Antillen hebben tot vijfmaal toe een vrouwelijke premier gehad. Binnen het Koninkrijk is het dus zeker mogelijk. Alleen niet in Den Haag.
Wie nu denkt dat alleen een vrouw premier of president kan worden in een vooruitstrevend land, die moet zichzelf nog eens achter de oren krabben. In de eerste plaats omdat je hiermee aangeeft dat de Nederlandse politiek dus blijkbaar niet zo vooruitstrevend is. In de tweede plaats, omdat dit niet zo is. Landen als de Centraal-Afrikaanse Republiek, Malawi, Kirgizië, Gabon en Sri Lanka staan nu niet bekend om hun uiterst progressieve politieke houding.
Natuurlijk, er zijn ook momenten geweest in de geschiedenis waarop een vrouw naar voren geschoven is als een politieke marionet. Dat zijn de verkeerde voorbeelden. Maar hoe vaak is het niet voorgekomen dat een mannelijke politicus naar voren is geschoven als marionet? Misschien zelfs vaker.

Waarom heeft Nederland geen gekozen vrouwelijke premier? Omdat er momenteel maar twee (!) vrouwelijke fractievoorzitters te vinden zijn in de Tweede Kamer. De Socialistische Partij (SP) en de Partij voor de Dieren (PvdD) hebben een vrouwelijke fractievoorzitter. Zet je politieke voorkeur even opzij, voor een moment. Doen zij het zoveel beter of slechter dan hun mannelijke collega’s? En is dit omdat ze vrouw zijn, wanneer ze het slechter doen? Denk je van wel, dan ben je volgens mij best tevreden met deze situatie. Ben je dit niet, dan is het tijd voor verandering.
Onze staatsvorm is democratisch van inslag. In een democratie zou iedereen dezelfde politieke kansen moeten hebben en krijgen. Toch is de waarheid net iets anders.
Gelijke beloning
Wat verdien je? Een gevoelige vraag, nietwaar? Komt dit misschien door het idee dat je een mindere of lagere beloning krijgt dan jouw mannelijke collega’s, als vrouw zijnde? Ik zal je helpen: dit is ook het geval. Om precies te zijn (gemiddeld) negentien procent. Overigens is dit cijfer afkomstig uit 2014. Toch heb ik het idee dat sinds die tijd misschien niet ineens alles is gewijzigd. Was het maar zo.
Overigens was het net iets meer dan in 2012, toen bedroeg dit aantal 18,5 procent. Tussen 2012 en 2014 is dit aantal dus gestegen. Meer hierover lees je via deze website. Deze zelfde website noemt een aantal opvallende oorzaken voor dit verschil:
Omdat ze hun loopbaan onderbreken of minder uren gaan werken, vanwege de zorg voor kinderen. Omdat vrouwen werken in sectoren en beroepen waarin het uurloon lager is en waarin deels de combinatie van arbeid en zorg beter te realiseren is. Omdat loonverschillen uit de eerste helft werkzaam leven in de tweede helft dubbel aantikken. Omdat werkgevers vrouwen bewust, maar vaker onbewust, benadelen.
Loonwijzer.nl
Juist, dus dit houdt in: een vrouwelijke werknemer van bijvoorbeeld 23 krijgt minder salaris, omdat er een kans bestaat dat zij -ergens in haar leven- mogelijk kinderen kan krijgen, daardoor minder zou kunnen gaan werken en eigenlijk werkt onder haar niveau. Zou kunnen…
Dan de laatste reden – waarvan ik denk dat dit de belangrijkste reden is: de werkgevers.
Gelijke beloning op papier, maar ondertussen. Nee, dat is geen sneer naar de werkgevers in Nederland. Dit komt gewoon voor. Kijk nu even naar hoe de situatie is. Men schermt ermee dat vrouwen minder werken en dat dit het verschil verklaart. Misschien is dit ook zo, maar laten we een en ander dan wel omrekenen naar het aantal gewerkte uren. Een simpele rekensom, lijkt mij. Zes hogescholen in Nederland werden in 2015 op de vingers getikt -nou ja, er verscheen een rapport van het College van de Rechten voor de Mens – als het om gelijke beloning gaat. Wil je daarover meer lezen, dan klik je hier.
Oude cijfers
Ja maar, dit zijn oude cijfers! Dat klopt. De oudste cijfers waarop ik mij baseer dateren van 2012 en 2014. Er is ook niet te zeggen in hoeverre de cijfers nog steeds actueel zijn. Maar laten we eerlijk zijn: is er in zes of vier jaar een en ander gewijzigd? Zijn vrouwen erop vooruitgegaan? Dan kom ik uit bij dit artikel van januari 2018 (redelijk actueel, lijkt mij). Dit artikel verscheen op de website van De Volkskrant. Van alle landen in Europa kiezen jonge vrouwen in Nederland het meest voor deeltijdwerk. De economische zelfstandigheid is hiermee niet groot. Dat is dus ook iets dat meeweegt in de motivatie om te stellen dat we minder geëmancipeerd zijn dan dat we denken.
Dus, het verschil zou te maken hebben met het minder aantal uren dat men werkt. Prima, gaan we voor deze conclusie op basis van de meest recente cijfers? Dus, laten we het deel over het bewust minder belonen op basis van geslacht weg? Dat is ook een mogelijkheid. Dan is het nog steeds niet in orde. Waarom kiezen vrouwen hiervoor? Waarom zouden zij dit moeten doen, niet de man? Dan kom je dus uit op de “zorgtaken.” Bijvoorbeeld de zorg voor het gezin. Een mooi punt, waarvoor ik graag een aparte paragraaf reserveer.
“Het is vrouwenwerk”
Anno 2018 is de wereld op bepaalde punten nog steeds hetzelfde zoals deze was in bijvoorbeeld de jaren vijftig van de vorige eeuw. Voordat de vrouwelijke emancipatie pas echt goed op gang kwam. De vrouw was beperkt tot het huishouden en de man verdiende het geld. Bij thuiskomst moest er een warme maaltijd klaar staan en met de opvoeding van de kinderen bemoeide de man zich zo weinig mogelijk.
Natuurlijk, er is het nodige anders geworden in de jaren die volgden. Vrouwen gingen werken, de zorg voor het gezin werd meer gedeeld. Alleen zijn er bepaalde zaken niet echt anders geworden.
Verschillende malen heb ik mij uitgesproken tegen de mannen, die vandaag de dag nog steeds vinden dat bepaalde huishoudelijke taken alleen geschikt zijn voor vrouwen. Zij vinden dit “vrouwenwerk.” Sterker nog, ik hoorde ooit van iemand die “gedwongen” werd om ramen te lappen, dat dit “vrouwenwerk” was en dat hij zich een “halve vrouw” voelde. Raar, want er zijn opvallend weinig vrouwen te vinden, die het lappen (wassen) van ramen uitvoeren als beroep (tenzij hen meerekent die andere schoonmaak gerelateerde werkzaamheden verrichten) …
Anno 2018 denken veel mannen dat bepaalde huishoudelijke- én opvoedkundige taken alleen geschikt zijn voor vrouwen. Bijvoorbeeld als het gaat om koken. Sommige mannen zijn er ontzettend trots op, dat zij niet meer kunnen bakken dan een ei. Opvallend genoeg zijn dit vaak de mannen, die barbecueën en tijdens de kampeervakanties niet los te rukken zijn van de gasbrander… Grappig is dan overigens om te zien, dat wij raar aangekeken worden wanneer mijn wetenschapper tijdens de vakantie bijvoorbeeld twee dagen achter elkaar kookt. Ik word dan gezien als een of ander chauvinistisch wezen.
Het is geen vrouwenwerk. Er is geen vrouwenwerk als het gaat om het huishouden, want daarmee “veroordeel” je de vrouw tot het huishouden. Tot het verblijf binnen de muren van het huis. Tot het niet kunnen ontplooien van haar carrière. En, misschien wel het belangrijkste van allemaal, het geeft aan dat je een toch wel rare opvatting hebt als het gaat om gelijkheid (ik wilde het anders formuleren, maar ik besloot netjes te blijven).
Natuurlijk zijn er werkzaamheden die wel of niet uitgevoerd kunnen worden door mannen of vrouwen. Kunnen, want het is maar de vraag of het niet gemakkelijk gesteld wordt dat dit geen werk is voor een bepaald geslacht. Fysieke kracht, daarmee wordt vaak geschermd. Natuurlijk kan dit een rol spelen. Je moet alleen wel blijven kijken naar de persoon, vrouw of man. Simpel voorbeeld: Dafne Schippers kan ook veel harder rennen dan dat ik kan… Maar goed, Sven Kramer kan weer beter schaatsen dan dat ik kan… Of hij ook zo hard kan rennen als dat Dafne kan… Of dat Dafne weer zo hard rennen kan als dat Sven kan… eh, Kramer… nee, kan!
Dus: fysieke kracht is geen argument.
Goddelijk?
Is er dan iets dat hoger is dan alles, dat een reden kan zijn voor de verhoudingen in het huishouden? Iets goddelijks? Nu wordt het lastig. Het is natuurlijk afhankelijk van hoe je bent opgevoed. Of je erin wilt geloven dat God of een godheid bepaalde hoe de verhoudingen zijn binnen het gezin. Maar zeg nu eens eerlijk, is dit echt iets waar je een basis op kunt leggen als het gaat om het in standhouden van deze verhoudingen? Nee, dus daarom laat ik het hierbij.
Minder geëmancipeerd?
Zijn we echt minder geëmancipeerd dan dat we denken? Helaas, ik moet je als huisvader toch echt uit de droom helpen. Zolang er mensen geïnteresseerd zijn in wat ik doe – als huisvader -, is het iets dat anders is. Anders is niet slecht, niet negatief. Het is mogelijk, mits je de stap wilt nemen om open te staan voor iets dat niet beschouwd wordt als “normaal.” Maar goed, wát is normaal? Normaal is het in ieder geval niet om aan te nemen dat de vrouw automatisch thuisblijft en voor de kinderen zorgt. Dat papa alleen “oppast” (serieus, mannen, kappen met die opmerking) op zijn “pappadag” (verbranden dit woord op een grote brandstapel) en er trots op is, dat hij een keukenkneusje is. Met dat laatste suggereer ik overigens niet dat ik een keukenprins ben. Kijk maar eens op mijn Instagram pagina, dan zie je soms wat voorbeelden voorbijkomen van grote mislukkingen…
Afbeelding boven deze pagina: Unsplash.