De Goede Huisvader

Ik maakte mijn kinderen blij met een bezoek aan Naturalis

Op 31 augustus opende het vernieuwde Naturalis Biodiversity Center haar deuren na een langdurige renovatie. Deze zondag maakte ik mijn kinderen blij met een bezoek. Tijd om een reis te maken door de geschiedenis van de aarde en natuur.

Van Nationaal Natuurhistorisch Museum naar Naturalis Biodiversity Center

De geschiedenis van Naturalis Biodiversity Center (afgekort tot Naturalis) gaat terug tot de negentiende eeuw. Koning Willem de Eerste besloot tot het openen van een nieuw museum dat aandacht moest geven aan de natuurlijke historie (9 augustus 1820). Tegen het einde van de negentiende eeuw werden de geologische en mineralogische verzamelingen ondergebracht in het Rijksmuseum van Geologie en Mineralogie (RGM). Dit zou zo blijven tot aan het einde van de twintigste eeuw. Het Rijks Museum van Natuurlijke Historie (RMNH) en RGM werden in 1990 samengevoegd onder de naam Nationaal Natuurhistorisch Museum. Er volgde een verzelfstandiging vijf jaar later en toen kwam de naam Naturalis om de hoek kijken. De meeste mensen kennen het museum onder deze naam.

In 1998 werd een imposant gebouw geopend in het Leiden Bio Science Park. Het was het nieuwe onderkomen voor Naturalis. Vanaf de start bleek dat het gebouw eigenlijk al te klein was. Dat was helemaal het geval toen in 2010 het Zoölogisch Museum en het Nationaal Herbarium Nederland erbij kwamen. Hoewel het Nationaal Herbarium Nederland gevestigd bleef in een eigen gebouw. Vanaf 2010 was de naam overigens gewijzigd naar Nederlands Centrum voor Biodiversiteit (NCB) Naturalis. Er volgden hierna nog enkele samenvoegingen, waardoor de collectie alleen maar toe nam.

Vanaf 2016 stond alles in het teken van een grote verbouwing. Rond die tijd werd ook bekend dat Naturalis een nieuw pronkstuk had weten te bemachtigen: een skelet van een tyrannosaurus rex. Even leek het erop alsof alle plannen voor de uitbreiding van het gebouw geen doorgang konden vinden, nadat de oorspronkelijke architect bezwaar aangetekend had tegen de nieuwe plannen. Er werd een afkoopsom geregeld en de verbouwing kon weer doorgaan.

De verbouwing

We reden er bijna dagelijks langs. Of het was om de oudste weg te brengen of het was om mijn wederhelft weg te brengen. De school van de oudste is niet ver bij Naturalis vandaan. Mijn vrouw werkte tot aan oktober 2018 naast het gebouw van Naturalis. Zij heeft veel van de werkzaamheden aan de buitenkant gezien.

De verbouwing zorgde ervoor dat het hoofdgebouw niet meer toegankelijk was. Toen het skelet van de tyrannosaurus rex in Leiden arriveerde, kreeg het een tijdelijke plaats in het Pesthuis. Dit Pesthuis maakte onderdeel uit van het museum.

Het Pesthuis

Het Pesthuis in Leiden.
Het Pesthuis in Leiden. Bron: Wikimedia Commons.

In 1661 werd begonnen met een gebouw dat we vandaag de dag kennen als het Pesthuis. De naam is een verwijzing naar de pest. Dit gebouw verrees net buiten de stadsmuren van Leiden. Hier moesten de zieken ondergebracht worden. In dit gebouw zouden echter nooit meer patiënten worden ondergebracht. Dat heeft alles te maken met de snelheid waarmee het gebouw er uiteindelijk is gekomen.

In 1635 werd de grond waar nu het Pesthuis staat gekocht door de gemeente Leiden. Men had een goede reden hiervoor, want er was sprake van een pestepidemie in de stad. Men wilde de pestlijders liever niet binnen de stadsmuren hebben. Het eerste pesthuis was een houten gebouw met een bakstenen huis voor de directeur (ook wel binnenvader genoemd).

In 1655 brak opnieuw een pestepidemie uit. Er was nog altijd geen stenen gebouw neergezet, wat wel de bedoeling was. Twee jaar later besloot het gemeentebestuur van de stad toestemming te geven voor de bouw van het huidige Pesthuis. Het Buitengasthuis aan de Amsterdamse Overtoom diende waarschijnlijk als voorbeeld. Het duurde tot aan 1661 voordat het gebouw er uiteindelijk was. Toen was het echter niet meer nodig en zat de gemeente met een gebouw zonder bestemming.

Er werden andere bestemmingen gevonden voor het Pesthuis. Denk dan aan een militair hospitaal, een gevangenis en een opvoedingsgesticht voor jongens. Speciaal voor de nieuwe bestemmingen van het gebouw, werden erom heen ook andere gebouwen neergezet. Deze zijn later allemaal gesloopt. Het laatste gebouw, eigenlijk bestemd als een soort isoleercellencomplex met 384 cellen kreeg in de twintigste eeuw nog een andere bestemming. Hierin was tussen 1976 en 1992 de Reinwardt Academie gevestigd. Toen nog was dit een onafhankelijk instituut, dat een opleiding aanbiedt op het gebied van cultureel erfgoed. Met andere woorden: dankzij het volgen van deze opleiding kun je later aan de slag in een museum. Zelf heb ik deze opleiding ook gevolgd, zij het maar een jaar en in Amsterdam (Dapperstraat).

Bekender is een andere bestemming van het Pesthuis, naast de bewoning door Naturalis. Tussen 1941 en 1989 was hier het Koninklijk Nederlands Leger- en Wapenmuseum (KNWM) gevestigd. Dit museum vertrok in 1989 naar Delft. Daar zou het museum tot aan 2013 gevestigd blijven. Inmiddels behoort dit museum tot het Militaire Luchtvaart Museum in Soesterberg.

De oude toegangshal van Naturalis.
De oude toegangshal van Naturalis. Bron: Wikimedia Commons.

In 1989, na het vertrek van het KNLWM, besloot de gemeente Leiden tot de aankoop van het Pesthuis. Hierna werd het Pesthuis gebruikt als de entree van Naturalis. Dit zou zo blijven tot aan 2016. Hiermee kwam een einde aan een wat aparte situatie, want de entree van Naturalis bevond zich best wel ver van het hoofdgebouw vandaan. Dankzij een loopbrug (mijn kinderen spraken altijd over de Zebrabrug, vanwege de motieven aan de buitenkant) kon je naar het hoofgebouw toelopen.
De officiële lezing is dat Naturalis zelf eigenlijk af wilde van deze entree. De onofficiële lezing is dat de gemeente Leiden af wilde van het pand en het een nieuwe bestemming wilde geven. Welke van de twee waarheid is, dat is iets dat je zelf mag uitmaken.

Het nieuwe gebouw

Het gebouw van Naturalis.
Het gebouw van Naturalis.

Eigenlijk is het natuurlijk raar. Een gebouw neerzetten dat vanaf het begin eigenlijk al te klein is. Maar goed, dat hebben inwoners van Leiden al eens eerder gezien. Neem nu het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), het vroegere Academisch Ziekenhuis Leiden (AZL). Er waren allerlei schitterende plannen om van dit gebouw een ander soort ziekenhuis te maken. De eerste twee verdiepingen moesten ondersteunende afdelingen en onderzoeksafdelingen herbergen, de verdiepingen erboven moesten in het teken staan van patiëntenzorg. De ingang moest verrijzen aan de kant van het station, maar door geldgebrek werden de plannen gewijzigd. Duidelijk werd al dat er een tekort bestond aan ruimte. Zelf heb ik dit ook ervaren, toen ik werkzaam was in dit ziekenhuis. Het was een voortdurende puzzel waar een bepaalde afdeling terecht moest komen en wat dit voor gevolgen had.

Maar goed, een nieuw gebouw dus voor Naturalis. Hierdoor was het museum dus lange tijd gesloten. Tot grote onvrede van de oudste. Naturalis is het lievelingsmuseum van de oudste. Er werd in de twee jaar dat de verbouwing gaande was regelmatig geïnformeerd wanneer het museum weer openging. Toen vlak voor de zomer bekend werd dat het museum op 31 augustus weer open zou gaan, werd dit met gejuich ontvangen.

We hadden de weken voor de opening regelmatig gesprekken over het museum. We vonden het nog niet zo’n goed idee om direct nadat het geopend was ernaartoe te gaan, vanwege de drukte. Dat bleek geen rare gedachte. Het was ook erg druk in de eerste weken nadat het museum weer geopend was. Dat was eerder ook het geval met Rijksmuseum Boerhaave. Toen dit museum na een langdurige verbouwing weer geopend werd, maakten we wel de fout om vlak na de opening een bezoek te brengen. Lange wachtrijen en geïrriteerde kinderen waren het gevolg. We herinnerden de oudste eraan dat het destijds ook niet zo bevallen was, al die drukte.

Afgelopen week nog reden we langs Naturalis. Ik kreeg te horen dat het wachten zo moeilijk was. Zodra ik vertelde dat we naar dit museum zouden gaan, was dit nauwelijks te bevatten. Wel vier keer moest ik de vraag beantwoorden of we “echt gingen.”

Hoe was het dan?

Wanneer je naar het museum toe loopt vanuit de richting die wij liepen was het gebouw nadrukkelijk aanwezig. Ik koos ervoor om de auto te parkeren in de parkeergarage van het LUMC. Om nog een beetje de schijn op te houden dat er bewogen zou worden die dag. Tussen de gebouwen van het ziekenhuiscomplex is het vernieuwde Naturalis nog beter zichtbaar.

De centrale hal van Naturalis.
De centrale hal van Naturalis.

Het gebouw valt zonder meer op door haar vorm. Of eigenlijk: vormen. Er is geen sprake van één vorm. Het lijkt alsof er wat materialen gestapeld zijn. Wat materialen klinkt misschien een beetje negatief. Dat is het allerminst. Het gebouw is het waard om er een belangrijke architectonische prijs voor uit te rijken. Ik verwacht dat dit zeker gaat gebeuren.
 

Het aardse keert terug in alle elementen van het museum. Of misschien is het de natuur. Ramen die lijken op een bijenkorf, muren die doen denken aan de aardlagen. Het is allemaal onderdeel van een groot opgezet museum. Maar dat is meteen ook het probleem. De grootte is misschien een beetje teveel. Het is een kwestie van smaak en daarover valt soms niet te discussiëren. Begrijp me niet verkeerd, het is een schitterend gebouw. Alleen vraag ik me af of de hal misschien niet te groot is geworden. Er is nogal wat ruimte dat niet in gebruik is of gebruikt kan worden.

De collectie

In de nieuwe opzet is Naturalis verdeelt in verschillende onderdelen. Nog steeds is de bekende ruimte aanwezig met een overzicht van enorm veel opgezette dieren. Dieren die ooit diende als onderzoek. Daar tussenin bevonden zich vlinders en dat had misschien niet gehoeven. Deze vlinders werden speciaal gekweekt voor deze ruimte. Dat vond ik zelf een beetje moeilijk te bevatten.

Wat ik wel enorm gemist heb: wat er niet verteld werd over de evolutie van het leven op aarde. De thema’s zijn duidelijk aangegeven aan het begin van de zalen. De thema’s zijn onderverdeeld in De aarde, de dood (hebben wij overgeslagen), de IJstijd, de verleiding, de vroege mens, de dinotijd, leven en LiveScience.

Afgezien van het gedeelte over de dood hebben we alles gezien. Er is een goede reden waarom ik de dood als thema heb genegeerd. Mijn kinderen kunnen daar soms moeilijk mee om gaan. Nu weet ik heus wel dat de dood onlosmakelijk verbonden is met het leven. Na een zeer verdrietige dochter gisteren getroost te hebben tijdens het kijken van Our Planet, was het even geen goed idee om hier aandacht aan te besteden. Ze had het heel erg moeilijk met die zielige kleine flamingo die achterbleef.

Wanneer je omhoog kijkt...
Wanneer je omhoog kijkt…

Leven

In deze zaal weet je soms niet waar je moet kijken. Overal dieren. Opgezette dieren. Compleet met een olifant en twee giraffen – tot vreugde van mijn dochter (het zijn haar lievelingsdieren). Zonder enige moeite werd het lievelingsdier gevonden van door de oudste: het stokstaartje.


Je stapt binnen in de zee of de onderwaterwereld. Vanuit daar loop je omhoog naar het landleven. Een tussenverdieping en een beeldscherm (heel groot) doen je denken dat je echt even onder water bent.

De aarde

In deze zaal leer je meer over het leven op aarde. De platentektoniek komt uitgebreid aan bod en je waant je even op IJsland of Hawaii. De nagebootste lava maakt het geheel compleet.

De IJstijd

Dit thema laat zien hoe het leven eruitgezien moest hebben tijdens de IJstijd. Compleet met een skelet van een mammoet en een hele grote maquette. In de vorm had van het moderne Nederland.

Dochterlief had ondertussen haar handen vol aan het schetsen van de mammoet en het grote skelet van een edelhert. Ze noemde het edelhert voor het gemak maar dino-hert. Ze was zelf op het idee gekomen om een schetsboekje mee te nemen. Ze was helemaal verrast toen ze wat oudere meisjes ook zag schetsen. Alsof ze erbij hoorde, stond ze gewoon naast deze meisjes te schetsen. De oudere meisjes moesten er wel een beetje om lachen en vonden het vertederend.

Tekenen in Naturalis...
Tekenen in Naturalis…

De dinotijd

Hier is het kroonjuweel te vinden van Naturalis: de Tyrannosaurus Rex. Ook wel T-Rex of Trix genoemd. Toen ik weer voor dit skelet stond viel het op dat de werkelijkheid soms niet overeenkomt met wat je ervan in gedachten had. Natuurlijk, het moet een groot beest geweest zijn. Niet zo groot als de camarasaurus. We zagen verder de bekende triceratops en de andere dino’s en fossielen. Mooi is een apart gedeelte met de fossielen van zeedieren. Moeilijk voor te stellen dat al deze dieren ooit eens deze planeet bewoond hebben. Ook moeilijk voor te stellen dat een komeet die neer kwam in de Golf van Mexico een einde maakte aan dit leven. Toch is het waarschijnlijk zo geweest. Hoe het echt was, dat weten we natuurlijk niet. Wetenschap heeft aangetoond dat het leven er heel anders uit heeft gezien. De zalen met de dino’s tonen dit aan.

Wat opvalt aan deze zalen met dino’s: het is soms erg donker. Dat geldt overigens voor meer zalen. Niet alleen voor dit museum, maar voor meer Nederlandse musea (waaronder Rijksmuseum Boerhaave) geldt dat men soms lijkt over te stappen op dit soort donkere ruimten. Daarvoor heeft men vast hele goede redenen. Het maakt het kijken alleen soms wat lastig.

De vroege mens

Beide kinderen waren van mening dat we nu naar de zaal gingen die de naam de vroegere mens droeg. Dit leverde vragen op. Mijn antwoord: “Lees eens goed.” Nog meer vragen. Dit thema gaat over de mensheid in de prehistorie. Hoe is de mens ontstaan en wat is er in de grond gevonden?

Verleiding

Verleid worden we dagelijks. Of het nu een letterlijke verleiding is, die leidt tot verliefd worden en meer of een aanzet is tot het kopen van iets. Dit thema was in de vorige versie van Naturalis ook al aanwezig. Ditmaal is het meer een kermisattractie geworden. Dat is jammer. Er is veel te zien en te doen, wat goed is. Alleen er is minder te lezen. Althans, de opzet van dit deel van de collectie nodigt daar niet echt toe uit. Misschien is er iets te veel te doen. Dat had naar mijn idee iets minder gemogen.

Het gedeelte over de voortplanting binnen het dierenrijk had voor mijn oudste niet gehoeven. Maar goed, wanneer je tien jaar oud bent dan zijn dat soort dingen allemaal raar. Mijn jongste was minder gecharmeerd van de beelden uit de baarmoeder. Je kunt door een soort verrekijker zien hoe het leven er aan het begin uitziet. “Ik moet ervan kotsen,” aldus de jongste. Mijn correctie “Overgeven” werd genegeerd.

LiveScience

Dit is hét visiteplaatje van Naturalis. Niet zonder reden. Naturalis is meer dan een museum. Je zou bijna vergeten dat het een onderzoeksinstituut betreft. Dochterlief vond het geweldig in dit deel van het museum, omdat hier veel vogels te zien waren. Het was voor haar geen enkel probleem om vogelsoorten, inclusief de appelvink en wielewaal, te herkennen.

De kinderen vonden het interessant om de onderzoekers bezig te zien met de botten van de dino’s. Dit is dus de etalage van het museum en het onderzoeksinstituut.

De lezing die gepland stond voor drie uur ’s middags sloegen we maar even over. Deze ging over spinnen.

Zittend in het raamkozijn...
Zittend in het raamkozijn…

Wat vond ik ervan?

Dat is een moeilijke vraag. De collectie die zichtbaar is, lijkt in volume toe te zijn genomen. Het gebouw is een schitterend gebouw, dat goed aansluit bij de thema’s van het museum. Wat ik alleen erg gemist heb is de informatie over de evolutie van het leven op aarde. Het is alsof de evolutieleer een beetje naar de achtergrond is geschoven. Alsof men op safe wilde spelen en een zo breed mogelijk publiek naar het museum wil toe trekken. Als dat zo is, dan is men in die opzet geslaagd. Je haalt er nu uit wat je wilt zien. Of liever: wat je niet wilt zien. Daarin zou nog wel een en ander kunnen veranderen.

Toch is er nog wel dat puntje over die enorme toegangshal. Natuurlijk, schitterend. Als fotograaf vond ik het daarom niet handig om mijn camera niet mee te nemen. Dat had ik moeten doen. De architectuur is de moeite van het fotograferen waard.

Prijs-kwaliteit

Wanneer het gaat om waar voor je geld is dat altijd moeilijk te bepalen. Ik kan niet bepalen of iets te duur is voor je of niet. Wat ik wel weet is dat je voor zestien euro toegang krijgt tot een museum waar je uren kunt doorbrengen. De vraag is of je alles in een keer goed kunt zien. Ik weet nu al dat we regelmatig moeten terugkeren, omdat mijn kinderen nog graag bepaalde onderdelen van het museum willen zien. Gelukkig hebben wij een Museumkaart, waarmee we zo vaak naar dit museum kunnen gaan als dat we willen. Diezelfde Museumkaart scheelt ook weer als het gaat om de wachtrij. Die is er niet, want je loopt direct naar de ingang van het museum. De passen worden gescand en je hebt geen toegangskaartje nodig. Dat zouden meer musea moeten overwegen. Wil je overigens niet te lang wachten, dan bestel je online een kaartje. In prijs lijkt dat overigens niet veel uit te maken.

Wat het wel duurder maakt dan een bezoek aan een ander museum: de prijs voor het parkeren. Wij parkeerden in de garage van het nabijgelegen LUMC. Zelf beschikt het museum over meerdere tijdelijke parkeerplaatsen. Parkeer je daar, dan kun je niet betalen per uur. Je koopt dan een ticket voor € 7,50. Dat is aan de forse kant vind ik. Zijn de tijdelijke parkeerterreinen vol, dan word je doorverwezen naar de parkeergarage Morspoort. Dan moet je wel tien minuten lopen. Wil je dat niet, dan parkeer je aan het parkeerterrein aan de Haagweg. Daar kun je gebruik maken van een pendelbus (gratis).

Eten en drinken

Natuurlijk is het niet toegestaan om te eten en drinken in de zalen waarin de collecties te vinden zijn. Wil je graag wat eten, dan kun je terecht op twee plaatsen: een restaurant op de begane grond, een koffiecorner op de vijfde etage of het restaurant op de negende etage. Wil je zelf eten en drinken meenemen, dan is het geen probleem om dat op te eten op de negende etage. Op de negende etage bevindt zich overigens ook een dakterras met een wijds uitzicht.

Waardevolle spullen

Neem je waardevolle spullen mee of wil je niet de hele tijd rondlopen met je jas of tas, dan maak je gebruik van de gratis kluisjes.
.

Sanitaire voorzieningen

We hebben vanzelfsprekend ook de sanitaire voorzieningen getest. Alles was netjes en schoon. Al was het soms wel even wachten. Op de begane grond en de negende etage bevinden zich de toiletten voor mindervaliden. Op de derde, vijfde en negende etage bevinden zich de ‘gewone’ toiletten.

Toegankelijkheid

Het museum is prima toegankelijk voor mensen met een buggy of kinderwagen. Rolstoelgebruikers kunnen goed gebruik maken van de verschillende mogelijkheden. Al is het in de zaal over het leven niet echt mogelijk om deze te betreden met een buggy of rolstoel. Wel kun je de buggy’s op speciale punten stallen. Vergeet dan niet om je waardevolle bezittingen uit de buggy te halen. Maar goed, dat geldt tegenwoordig voor meer plaatsen of locaties.

Alles bij elkaar…

Wanneer ik alles dat ik eerder heb beschreven nog even de revue laat passeren dan denk ik dat het museum er voor een groot deel in geslaagd is om iets nieuws aan te bieden. In sommige gevallen vernieuwend, in sommige gevallen mag het nog iets meer zijn (evolutie bijvoorbeeld).

Is het de moeite van het bezoeken waard?

Dat moet je echt zelf beoordelen. Ik vind van wel. Mijn kinderen zeker!

Links

Handig



Jouw recensie?

Wanneer je interesse hebt in een recensie van mij, De Goede Huisvader, over jouw bedrijf, organisatie, instelling of product, neem dan contact op!

Ook interessant

Interessant artikel?

Is dit een waardevol of interessant artikel? Betuig je steun dan door dit artikel te delen via social media of ga een stap verder. Ook zonder een dienst af te nemen kun je De Goede Huisvader steunen. Dit is mogelijk via een (eenmalige) donatie.

Geïnteresseerd in de diensten van De Goede Huisvader?