Er is nooit teveel “Hortus”
Het was zondagochtend en het werd tijd om de “Tuin van Leiden” te bezoeken. Zo noemen mijn kinderen de Hortus Botanicus. In alle stilte, want diezelfde kinderen wilden niet mee, liep ik langs bomen, planten en natuurlijk bloemen.
Vraag je mij hoe vaak ik in de Hortus geweest ben, dan moet ik het antwoord schuldig blijven. Er is voor mij nooit zoiets als “te veel Hortus.” Ieder seizoen kent haar toppers. Sterker nog, iedere maand kent haar toppers! Of het nu bloeiende rozen zijn of een plant met de curieuze naam Honingpot, het maakt niet uit.

Meer weten over deze plant? klik dan hier.
De Hortus Botanicus – ik kort deze voor het gemak af naar Hortus – is de oudste botanische tuin van Nederland. Of liever: het is de oudste nog bestaande botanische tuin. De ontwikkeling ervan begon aan het einde van de zestiende eeuw. Leiden was enkele jaren daarvoor bevrijd door de Geuzen (3 oktober 1574) en de tuin moest onderdeel worden van de universiteit. De universiteit was een cadeau van Willem van Oranje. Dit was een van de twee opties die de stad kreeg. Men koos niet voor de optie om gedurende enkele jaren geen belasting te betalen, maar men koos voor een universiteit. Dit ondanks de angst van sommige Leidenaren dat deze universiteit misschien een stad binnen de stad zou gaan worden.
De aan het Rapenburg gevestigde botanische tuin kwam er niet zonder reden. Direct na de opening van de universiteit werd de wens geuit om een Hortus Medicus binnen de stadsgrenzen te hebben. Hier konden de studenten geneeskunde de geneeskrachtige werking van planten bestuderen. In 1587 stuurden de bestuurders van de universiteit (de academie) een verzoek naar het gemeentebestuur om achter het academiegebouw te beginnen met de aanleg van deze botanische tuin. Het duurde vervolgens nog drie jaar voordat de grond aan de universiteit werd overgedragen.

Meer informatie over deze persoon, klik hier.
Carolus Clusius
In de beginjaren was Carolus Clusius (vanaf 1593) de eerste directeur van de Hortus. Toch was hij al langer bezig met het ontwikkelen van de tuin. Via de Hortus kwamen in 1592 de eerste tulpenzaden Nederland binnen. Via Kreta had Clusius maar liefst 251 zaden van verschillende plantensoorten naar Leiden laten brengen.
Omdat Clusius zelf al op leeftijd was (67 jaar) en invalide was, kwam de dagelijkse leiding in handen van Dirck Outgaertsz. Cluyt. Een van de latere directeuren was niemand minder dan Herman Boerhaave (inderdaad, dezelfde Boerhaave als waar een ander Leids museum naar is vernoemd).
In de eeuwen die volgden groeide de Hortus uit tot een begrip. Niet alleen in de medische- en biologische wereld. Vandaag de dag kan iedereen een kijkje nemen in deze botanische tuin. Wanneer je op sommige plaatsen loopt, dan lijkt het erop alsof je allesbehalve binnen de stadsgrenzen van Leiden loopt.
In de Victoriakas bevinden zich de grote Victoria amazonica planten. De bladeren van deze waterplanten kunnen tot wel veertig kilo dragen. Een waarschuwing vooraf: het is erg warm in deze kas. Datzelfde geldt voor de andere kas met tropische planten, bomen en bloemen. Vandaar dat ik de kassen op deze zondagochtend maar even oversloeg.
Wat is er nu zo leuk aan de Hortus? Voor mij als fotografieliefhebber (de scheidslijn tussen hobby en professie is soms ondefinieerbaar) is het natuurlijk een walhalla. De oudste heeft er voor een groot deel de fotografie skills kunnen upgraden en geleerd dat fotograferen soms even tijd nodig heeft. Er rustig voor of bij te gaan zitten helpt dan.
Voor kinderen is er genoeg te doen. Allereerst zijn er de speurtochten, waarbij je kennismaakt met allerlei bijzondere bomen, planten en bloemen. En er is genoeg om kennis mee te maken! Dat is zeker het geval. Voor jong en oud is er genoeg te doen. Wil je af en toe stoppen, geen probleem. Er zijn genoeg bankjes te vinden. De meesten ervan staan lekker in de schaduw. Op een van die bankjes heb ik vanochtend ook gezeten. Om mij heen de geur van rozen en het gezoem van bijen en hommels.

Mijn kinderen omschrijven dit als de “Tuin van Leiden.” Ze zijn er al zo vaak geweest. Toch vinden ze het doorgaans geen probleem om er weer heen te gaan. Samen met de andere Leidse musea kennen ze de Hortus ook goed uit hun hoofd. Toch is er iedere keer weer die heerlijke verbazing en verwondering. Alleen niet vandaag. De oudste zou mee gaan, maar besloot op het laatste moment toch thuis te blijven. We zouden eigenlijk samen foto’s gaan maken. Maar gisteren waren we ook al erg laat thuis, dus het was een kwestie van “moe-zijn.”
Vlak nadat de toegangspoorten geopend waren, stond ik er al. Ik twijfelde of het vandaag echt druk zou worden. Het weer zou mensen misschien naar andere plaatsen lokken. Al was een van de medewerkers van het restaurant ervan overtuigd dat het misschien wel erg druk kon worden. Ik vroeg mij al af waarom het personeel redelijk oververtegenwoordigd was.
Green tea en Peach
Er stonden een stuk of zes dames achter de counter, die zich allemaal bezig leken te houden met de – volgens mij – Spaanse toeristen. Ze vertelden geduldig da het echt niet is toegestaan om glas mee te nemen uit het restaurant. Wat ze wilden drinken. Ze hadden plastic flesjes met Ice Tea. Hoe vertaalde je dat ook weer naar het Engels? Oh ja, “Green tea” en “Peach.”
De zuchtende, doch vriendelijke medewerker die mij had bediend vroeg zich af waarom zijn collega’s allemaal bezig waren met dit echtpaar. Of ik dan maar bij hem wilde afrekenen. Dat deed ik. Ik gaf hem vanwege de vriendelijkheid en snelheid waarmee de koffie en bijbehorend water gebracht werden een fooi. Net iets te veel. Daarna wenste ik hem succes met de drukke collega’s. Ik hoop voor hem dat ze zich wat meer verspreid hebben gedurende de dag en niet allemaal tegelijk bezig waren met een of twee klanten.
Zelf fietste ik weer naar huis. Voordat het zover was vroeg een verbaasde gids – ik was terechtgekomen in een groepje dat een rondleiding kreeg door Leiden – of ik ook mee wilde doen. Ik weigerde beleefd. Ik wist heel goed dat dit het academiegebouw is waar we liepen. Ook wist ik dat er een monument ons herinnerd aan heldenmoed. Zou ze weten dat er ooit nonnen hebben gewoond in dit gebied?
Op weg naar huis moest ik denken aan de Hortus. Hoe vaak ben ik er nou eigenlijk geweest? Geen idee, het zal nooit gaan vervelen!
Wist je dat je een bezoek aan de Hortus Botanicus kunt combineren met een bezoek aan het Rijksmuseum van Oudheden. Dit museum bevindt zich ook aan het Rapenburg. De combikaart kost slechts 12,50. Deze actie loopt nog tot aan september 2019.
Beschik je net zoals dat ik doe over een Museumkaart? Goed nieuws, dan kun je hiermee ook gewoon “naar binnen.” Of naar buiten…
De titel
Er is nooit “teveel” Hortus. Inderdaad. Er is nooit zoiets als “teveel” aan schoonheid. Of “teveel” natuur. Zeker in een stad! Denk daar maar eens over na!